Bij het begin van elke yogales gaan we een soort van zingen. Dat is een vast onderdeel van de les. Het is de bedoeling dat je het woord ohm laat horen en dat je dat door je hele lijf voelt als je dat zegt. Althans zo ervaar ik dat laatste. Je bent vrij om mee te doen of niet. Ook hierin heb je dus een keuze. Iedere keer opnieuw mag ik die keuze maken. Vaak doe ik mee, maar soms ook niet.
Ik weet nog wel hoe eng dat was. De eerste keer. Dan moest ik geluid maken. Dan word ik letterlijk gehoord. Het ging me nog niet eens erom dat ik gedachten had als, wat zou een ander van me denken? Het geluid produceren alleen al kostte heel veel moeite. Ik weet niet waarom het zo was, maar ik schaamde me.
Het lukte me jarenlang niet om sommige dingen te zeggen. Dingen die pijnlijk waren, woorden die precies de juiste omschrijving hadden. Woorden die alles zeiden. Het lukte me niet om ze over mijn lippen te krijgen. Zo ook in therapie. Het hardop zeggen maakte het echt. Dan kon ik er niet meer omheen. Dan kon ik niet meer het gevoel wat het opriep negeren.
Nu is het zingen tijdens de les meestal geen probleem meer. Het voelt nog wat onwennig om mijn eigen stemgeluid te horen, maar het lukt me wel. Dat is fijn. Dat dat niet meer beladen is. Dat er geen onbehaaglijk gevoel meer aan zit. Dat ik gewoon geluid mag maken, zonder wellicht het gevoel te hebben dat er een dreiging aan vast zit. Ik denk dat het dat is, een onbewust gevoel dat als ik iets hardop zeg dat daar iets dreigends op volgt. Dat gevoel is weg. Ik mag mijn stem laten horen. Zonder beperkingen. Net als in het refrein van het liedje van Marco Borsato met de toepasselijke titel ‘Stem’:
Dit is mijn stem
Dit is wie ik ben
Dit is de persoon die je nooit echt hebt gekend
En dit zit in mijn hoofd en dit zijn mijn ideëen
Dit zijn de gedachten die ik nooit heb durven delen
Dit is mijn hart, dit is wat ik voel
Dit is wat ik al die tijd in stilte heb gevoeld
Dit is mijn stem, dit is wie ik ben.